NLFR

Platform voor de metaal- & staalverwerkende industrie
Heden en toekomst van lasersnijmachines
Kurt Van Collie (LVD): “De fiberlaser heeft zijn grenzen absoluut nog niet bereikt. De vermogens lopen verder op tot 15, 20 en zelfs 30 kW.”

Heden en toekomst van lasersnijmachines

Metaalvak polste de verschillende Belgische leveranciers en fabrikanten naar hoe ze heden en toekomst van deze plaatbewerkingsmachines zien. 

Dat er nog weinig toeleveranciers zijn die niet over een lasersnijmachine beschikken, zegt iets over de populariteit van deze machines. “Wie flexibel wil kunnen werken, grijpt al snel naar een lasersnijmachine”, opent Kurt Decroix, general manager Amada België/Luxemburg. “Hij laat zich makkelijk programmeren, gebruikers behouden alle vrijheid in ontwerpen en ze kunnen kort op de bal spelen in productie en levering.” Toch blijft er ook een plaats in het machinepark van een toeleverancier voor een ponsmachine. “Bepaalde producten zullen toch goedkoper kunnen gemaakt worden met een pons. Hij vraagt zo goed als geen onderhoud, verbruikt nog minder dan een laser en heeft een lagere aankoopprijs. Maar voor platen dikker dan 6 mm wordt al snel naar de laser gegrepen.” Lieven Louagie, senior sales manager Benelux bij Prima Power, ziet dat voor metaalbedrijven met een eigen product de voordelen van een ponsmachine nog zwaarder kunnen doorwegen. “Een ander mogelijk alternatief is de pons-hoekschaar voor dunne en rechthoekige producten. Die heeft het bijkomende voordeel dat de knip geen impact heeft op de oxidehuid, wat zich bij het lakken van lasergesneden stukken wel soms laat zien. Maar toegegeven, er zijn maar weinig toeleveranciers over die geen laser hebben staan.”

Hans van de Meerakker (Bystronic): “De tandem van grijpertechnologie en software biedt vaak al een oplossing voor op het eerst gezicht lastig automatisch uit te sorteren producten.”

Stevig marktleider

De fiberlasersnijmachine heeft de rollen met de CO2-laser volledig omgedraaid. Waar hij in zijn begindagen een leven beschoren leek in het dunne werk tot 4 mm, is hij door stijgende vermogens en verbeteringen aan de straalkwaliteit vandaag stevig marktleider. Hans van de Meerakker, sales manager Benelux van Bystronic ziet hem de CO2-lasersnijmachine volledig de markt uitduwen: “In mijn ogen is de CO2-laser gedoemd om te verdwijnen. De streepjes voor die een CO2-laser kan bieden wegen niet meer op tegen alle voordelen die een fiberlasersnijmachine in de strijd kan werpen naar snelheid, onderhoud en verbruik. Zeker wanneer de straalkwaliteit nog verder verbetert, wat verwacht wordt. Hij zal de komende jaren ook terreinwinst boeken in de markt die traditioneel aan plasmasnijden en waterstralen wordt toegedicht. Vandaag zijn de formaten 3015 en 4020 zowat de standaard geworden.” Ook LVD ziet de fiberlaser het gat met plasmasnijden verder dichtfietsen.  

“Net als bij de plooibanken, is er een trend naar een maatje meer. De combinatie van een bevel snijkop en hoge laservermogens brengen lasersnijmachines in het vaarwater van de grote plasmasnijders. De lagere warmte-inbreng, de hogere nauwkeurigheid en de mogelijkheid om scherpe hoeken en kleine gaten te snijden zijn dan sterke troefkaarten”, vertelt product ­manager Laser Cutting Machines Kurt Van Collie.

Kurt Decroix: “We zijn nog continu bezig met het verbeteren van de snijkwaliteit om braamloos te kunnen snijden zonder te hoge vermogens of een te hoog verbruik van snijgassen.”

Wie komt op de tweede trede?

TRUMPF leverancier V.A.C. MACHINES is van mening dat de CO2-laser zijn bestaansrecht naast de fiberlaser zal behouden. Zaakvoerder Karel Vincke: “De betere snijkwaliteit en de hogere proceszekerheid door zijn langere golflengte overtuigen vandaag nog altijd klanten van het nut van een CO2-laser. Dat zal de komende jaren zo blijven. Zeker wanneer ze beide modellen in de productie hebben draaien, zijn de verschillen nog duidelijk waarneembaar.” Voor Louagie is het duidelijk. Niet de CO2- maar de DDL-laser zal in de toekomst de handschoen opnemen. “Omdat deze zowel qua snelheid als qua snijkwaliteit de lat weer hoger kan leggen. Heel binnenkort zal Prima op dit domein al enkele mooie dingen laten zien. Voor een CO2-laser heb ik de afgelopen twee jaar geen offerte meer moeten maken. Dat zegt genoeg.”

Karel Vincke (V.A.C. MACHINES): “Waar het materiaal het toelaat zal de machine sneller snijden, waar het moeilijker snijden is, zal ze rekening houden met het materiaal.”

Meer dan vermogen alleen

Dat er momenteel sprake is van een wedloop in vermogens bij fiberlasersnijmachines valt moeilijk te ontkennen. Elke grote beurs, reëel of virtueel, toont hoe de lat weer hoger is gelegd. Van Collie: “De fiberlaser heeft zijn grenzen absoluut nog niet bereikt. De vermogens lopen verder op tot 15, 20 en zelfs 30 kW. Eenmaal ze betaalbaar worden, zal hun marktaandeel groeien, want ook op gebied van snedekwaliteit bieden vermogens vanaf 10 kW heel wat meer mogelijkheden.” Iedereen is het er wel over eens dat hogere vermogens niet de enige manier zijn om de snijkwaliteit verder te verbeteren. “Amada zit vandaag aan 12 kW. Hogere vermogens kunnen leiden tot problemen met lens en snijkop. De koelaggregaten moet dan ook een stuk groter, waardoor de machine meer energie gaat verslinden. We zijn wel nog continu bezig met het verbeteren van de snijkwaliteit om braamloos te kunnen snijden zonder te hoge vermogens of een te hoog verbruik van snijgassen. Dat doen we enerzijds door grotere diodemodules te bouwen voor een betere straalkwaliteit (momenteel 4 kW per module). Anderzijds door nieuwe technieken toe te passen zoals LBC. De laserstraal volgt dan een bepaald patroon aan een zeer hoge snelheid, wat toelaat om meer dan eens over hetzelfde oppervlak te gaan om de laatste braamvorming weg te werken en dit aan nog hogere snijsnelheden”, aldus Decroix.  

Aanpassingen in snijgassen en straal

Prima Power kijkt daarnaast naar het gasmengsel en hoe dat kan bijdragen tot een betere snijkwaliteit. “De gasmixer is relatief nieuw en zoekt voor klanten het optimale mengsel in functie van het materiaal en wat ze willen: meer snelheid of betere kwaliteit.” De evolutie gaat ook bij TRUMPF nog steeds heel hard. “Met technologie zoals BrightLine Fiber kunnen we focusdiameters bereiken tot viermaal groter dan de standaardwaardes. Dat betekent meer vermogen inkoppelen in de plaat, een betere snijkwaliteit en stukken in dikkere materialen makkelijker uit het restrooster kunnen snijden. Met Active Speed Control gaat de machine zelf haar snede regelen. Waar het materiaal het toelaat zal de machine sneller snijden, waar het moeilijker snijden is, zal ze rekening houden met het materiaal. Kwaliteit en productiviteit kunnen dus hand in hand gaan. De komende jaren verwachten we nog een verdere toename in het laservermogen. De beperkende factor voor de productiviteit zal dan niet meer de machine zijn maar de processen errond. Daarom investeren we ook hard in andere ontwikkelingen die hier een antwoord op kunnen bieden.”

Dat er momenteel sprake is van een wedloop in vermogens bij fiberlasersnijmachines valt moeilijk te ontkennen.

Steeds meer automatiseren …

Dat is meteen het tweede speerpunt voor de R&D van fabrikanten van plaatbewerkings­machines in het algemeen en lasersnijmachines in het bijzonder: automatisering. Decroix: “Door de variabele straal waarover fiberlasersnij­koppen vandaag beschikken, kan er een bredere snede gegenereerd worden om makkelijker uit te sorteren. Verder is de software zodanig geëvolueerd dat ze automatisch de juiste opneemposities kan bepalen. De kostprijs is vandaag de drempel, niet de technische mogelijkheden.” Van Collie stipt wel nog een aandachtspunt aan: “De snelheid van de fiberlaser gaat steeds hoger. Dan moet je erover waken dat de systemen voor part picking de cadans van de machine kunnen volgen. Anders staat ze toch weer stil.” 

Lieven Louagie (Prima Power): “Het kan nog verder gaan tot volledig geïntegreerde lijnen waar platen als ruw materiaal naar binnen gaan en er als volledig afgewerkt product weer uitkomen.”

… en integreren

Prima Power is nooit groot geweest in stand-alone machines en heeft altijd de kaart van automatische oplossingen getrokken. “Omdat er in West-Europa te weinig handjes zijn en ze te veel geld kosten. In ideale omstandigheden is een robot aan een lasersnijmachine al in twee jaar terugverdiend. Maar het kan nog verder gaan tot volledig geïntegreerde lijnen waar platen als ruw materiaal naar binnen gaan en, verschillende bewerkingen later, er als volledig afgewerkt product weer uitkomen. Het gaat duidelijk die kant uit”, wijst Louagie aan. Ook voor toeleveranciers blijkt het uitsorteren immers steeds vaker geschikt. “Veel valt of staat natuurlijk met de producten die gemaakt worden, maar de tandem van grijpertechnologie en software biedt vaak al een oplossing voor op het eerst gezicht lastig automatisch uit te sorteren producten. Dit is een ontwikkeling die niet meer gestuit kan worden. Onze Competence Days in juni zullen tonen wat we op dat vlak allemaal in onze mars hebben”, laat van de Meerakker tot besluit weten.  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details