Met één vinger zware lasten verplaatsen

Investeren in ergonomie is slim. Door de schaarste aan technisch personeel moeten we zo spaarzaam mogelijk omgaan met ons menselijk kapitaal. Wie kiest voor de industriële manipulatoren van Dalmec, kiest niet alleen voor ergonomie maar ook voor productiviteit. Ze worden immers altijd op maat van uw situatie ontworpen en opgebouwd, zodat u een oplossing krijgt die echt werkt. Een gesprek met Thierry Reverse, zaakvoerder van Arcadel, officieel verdeler van de Dalmec tilhulpen.

Niet elk metaalbedrijf beschikt over de middelen of de ruimte om de aanvoer van zijn platen te automatiseren. De manipulatie van dergelijk materiaal is echter niet evident, door het formaat en het gewicht. Operatoren kunnen wel wat ondersteuning gebruiken om hun rug te sparen en de veiligheid te verbeteren. Enter Arcadel en Dalmec. “Rolbruggen kunnen een mogelijk alternatief zijn, maar laten minder flexibiliteit toe bij gewichten tot bijvoorbeeld 200 kilogram. Deze manier van werken wordt al vlug vrij omslachtig. Met een pneumatische manipulator van Dalmec krijg je daarentegen alle bewegingsvrijheid die nodig is.” 

Het geheim van de smid zit hem in het maatwerk dat de klant aangereikt krijgt. “We komen altijd een kijkje nemen in het atelier van de klant, om te weten waar hij vandaag tegenaan loopt en wat hij precies nodig heeft om morgen efficiënter aan de slag te zijn. Dat is het telkens het vertrekpunt. Vervolgens bouwen we alles in functie daarvan op, van de constructie, tot de arm en zelfs de tooling. Zo komen we tot oplossingen die zich soepel en vlot laten bedienen en een echte meerwaarde vormen.” 

Een mooi voorbeeld van dat maatwerk leverde Arcadel voor metaalbewerkingsbedrijf Ursus uit Eeklo om de lasersnijmachine te bedienen. Het bouwde een structuur rondom, zodat zowel de lasersnijmachine als de wisseltafel vlot bereikt kunnen worden. “De manipulator beweegt zich langs de structuur om de platen op te nemen door middel van vacuümnappen. Aangezien er hoofdzakelijk met aluminium gewerkt wordt, gaf deze techniek het beste resultaat. Met een druk op de knop kan de operator de platen opnemen en heel precies weer neerleggen. Vooral de souplesse en de flexibiliteit overtuigden in dit project”, vat Reverse samen.

Een ander uitdagend project betrof de belading van de lasersnijmachine bij A&C Noyens, constructeur van aanhangwagens, opleggers en carrosseriebouw uit Olen. 

“De lasersnijmachine bevond zich hier in een klein, apart gebouw. Oorspronkelijk werd er gewerkt met heftrucks, maar men wilde een oplossing die tegelijkertijd veiliger en ergonomischer was om de platen zeer precies af te leggen. We hebben daarom een balancer net naast dat gebouw geplaatst, met een arm die helemaal naar binnen kan draaien. Op die manier kunnen beide delen ’s nachts nog afgesloten worden, zoals de klant het wenste.” 

De operator bij A&C Noyens was in geen tijd vlot aan de slag met het toestel. “We nodigen klanten op voorhand ook uit naar onze showroom in Roeselare. Daar kunnen ze verschillende types aan het werk zien, maar ook al ervaren wat het betekent om met Dalmec te werken. Gebruiksgemak, daarop zetten we echt in, want ergonomie moet ook werkbaar blijven.”

Het beste bewijs daarvoor is dat heel veel klanten terugkeren voor een nieuwe bestelling. “De combinatie van het maatwerk van Dalmec en onze eigen expertise zorgt ervoor dat we oplossingen afleveren die doen wat ze moeten doen. Zonder enige moeite en zonder er veel bij te moeten nadenken, kunnen operatoren met onze pneumatische manipulatoren zware lasten op de juiste positie krijgen. Ze moeten er graag mee werken. Zo ook bij AMI Metals uit ­Gosselies, dat toelevert aan de luchtvaartindustrie. Daar bedachten we een oplossing om rvs platen met diktes van 0,5 tot 6 millimeter efficiënt te verplaatsen.  Ze zijn ook ter plaatse komen testen in de showroom, met een gelijkaardig toestel, om te zien of en hoe het werkte. Het nieuws over de vlotte bediening en de ergonomische werking deed als een vuurtje de ronde binnen de groep. Intussen volgde al een bestelling voor de buitenlandse vestigingen.”