- Nieuws
- Oppervlaktebehandeling
- Plaatbewerking
- Verspaning
- Maintenance
- Automatisering
- Lassen
- Toelevering
Voor het einde van het jaar dat is wel al duidelijk: de prijzen gingen in november al stevig in crescendo, een lijn die zich ook in december voortzet. Europa’s grootste staalfabriek kondigde begin december aan de basisprijs voor warmgewalste coils met 50 euro per ton te verhogen. Oorzaak? De onverwacht sterkere vraag van de automobielindustrie veroorzaakt een schaarste op de markt.
Sinds de zomermaanden gaan de prijzen voor staal weer de hoogte in. Daar komt voorlopig nog geen einde aan. December doet er in vergelijking met november nog een staaltje bovenop. Dat blijkt uit het laatste staaljournaal van Noviostaal. Het heeft ertoe geleid dat u voor warmgewalste coils vandaag een basisprijs van om en bij de 650 euro telt. Voor verzinkt materiaal loopt die zelfs op tot 750 euro per ton. Dat de fabrikanten meer moeten neerleggen voor hun grondstoffen (ijzererts is momenteel zelfs 154 dollar per ton waard) heeft daar uiteraard mee te maken. Maar het is vooral de onverwacht hogere vraag vanuit de automobielsector die de prijzen fors aanvuurt. Handelaren en servicecentra zagen door deze ontwikkelingen hun voorraden snel slinken. Het gaat zelfs zo ver dat bepaalde servicecentra hun afspraken voor de komende drie maanden niet voor 100% meer zullen nakomen. Veel van het warmgewalst materiaal wordt verder verwerkt tot koudgewalste en verzinkte coils. Logischerwijs worden dan ook die materialen evenredig duurder of wellicht zelfs nog wat meer, afhankelijk van de verkrijgbaarheid concludeert het Staaljournaal.
De schaarste geldt voor heel Europa en heeft er vooral mee te maken dat de staalindustrie nog niet volledig onder stoom staat. Weliswaar zijn of worden enkele hoogovens in West-Europa (Spanje, Frankrijk en België) herstart, maar tegelijkertijd is de ruwstaalproductie in Italië voorlopg nog zeer beperkt, worden hoogovens in Polen gesloten, produceert een Hongaarse fabriek wegens financiële problemen minder en zijn bij een Slowaakse fabriek slechts twee van de drie hoogovens in gebruik. Daarnaast heeft een aantal Duitse fabrieken onderhouds-) en renovatiewerkzaamheden aan enkele walslijnen aangekondigd, wat de productieopbrengst aanzienlijk zal verlagen. De schaarste wordt dus deels kunstmatig in stand gehouden en dat zal nog even duren.Volgens het Staaljournaal zal het prijsniveau op de binnen-Europese markt in het eerste semester van 2021 waarschijnlijk een stabiele tot wellicht zelfs nog licht stijgende trend vertonen.
Importprijzen zijn op basis van het actuele Europese prijsniveau niet interessant, maar een basisprijs van 650 euro zou wel eens uitnodigend kunnen gaan werken voor fabrieken in andere markten om de Europese markt actiever te gaan benaderen. De huidige levertijden, zoals die door de grotere staalfabrieken worden afgegeven, kunnen een bijkomende impuls zijn voor inkopers om maar weer eens overzee te gaan shoppen. Immers, de meeste fabrieken in Europa hebben de orderboeken voor het eerste kwartaal al lang gesloten en bovendien bieden sommige slechts beperktere hoeveelheden aan voor levering in het tweede kwartaal en dan vaak ook nog met een levertijd tweede helft mei of juni. Dat betekent dat wanneer er nu materiaal besteld wordt, er door de staalfabriek een levertijd van vijf tot zes maanden naar voren wordt geschoven. Vanuit bijvoorbeeld Aziatische landen of Rusland zou materiaal geleverd kunnen worden dat qua prijs dan misschien niet concurrerend is maar wel eind eerste kwartaal 2021 kan worden ontvangen, zodat de materiaalbehoefte voorlopig afgedekt blijft. Bijkomend nadeel is wel dat zeetransport heel duur geworden is.
Een factor die voor extra onzekerheid zorgt is natuurlijk hoe de Covid-19 pandemie zich zal ontwikkelen. Daarnaast wordt ook spannend uitgekeken naar of de nieuwe Amerikaanse regering het beleid rond importheffingen op staal zal wijzigen en natuurlijk welke economisch strategische richting China zal uitgaan.
Naar het Staaljournaal van december