Wanneer vijfassig de standaard wordt

Een evolutie die versneld werd door de komst van een eerste vijfasser: de Tiltenta 7 Single-1600 van Hedelius. Binnenkort volgt een nieuwe stap om nog meer en nog grotere producten in één opspanning in vijf vlakken te bewerken met de komst van het grotere broertje de Tiltenta 9-3600 1R. Hiermee blijft Atelier Verstrepen de lat op vlak van flexibiliteit en nauwkeurigheid hoog leggen.

In 2017 besloot Atelier Verstrepen zich voor het eerst in de markt van vijfassig verspanen te begeven. Toen vanuit een voorzichtig ver­trouwen. “We zullen wel zien wat het oplevert, was zowat de filosofie”, herinnert Christophe Dubois zich. Hij houdt zich bezig met de werkvoorbereiding bij het bedrijf uit Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Vandaag, nog geen vier jaar later is er al een overbezetting ontstaan op de machine. “Net omdat ze ons zoveel voordelen oplevert. De mogelijkheid om in vijf vlakken te werken maakt dat we geen tijd meer hoeven te verliezen met een extra opspanning en de lat op vlak van nauwkeurigheid bijzonder hoog kunnen leggen. De T7 werkt stukken tot in de puntjes af in één beweging.” 

En dat is nodig. Want de voorbije jaren ging het aantal orders flink in crescendo. Vooral in de farmaceutische industrie breidde Atelier Verstrepen zijn activiteiten gevoelig uit. Dat heeft alles te maken met de kwaliteit waar het bedrijf garant voor staat. Dubois: “Dat begint hier al van in de ontwerpfase. Pas door goed te luisteren naar je klant, weet je waar hij precies nood aan heeft. Klanten zijn bezig met hun corebusiness, hun producten. Wij voegen daar onze kennis van machines en maken aan toe. Co-engineering om tot de best mogelijke oplossing te komen. Een tweede sterkte is dat we veel bewerkingen in eigen beheer kunnen uitvoeren. Van verspanen tot het samen lassen van constructies om tot perfect afgewerkte producten te komen. Dat we alles dan nog eens doen volgens de oppervlaktekwaliteit die ze vooropgesteld hadden binnen de gewenste nauwkeurigheden en met de nodige documentatie om alles te attesteren, maakt het plaatje compleet.” 

Het legt het bedrijf geen windeieren. Zo ondervond Atelier Verstrepen weinig hinder van de coronapandemie. Toch gebeurt alles nog met hetzelfde aantal werknemers als vier jaar geleden. “Door slim te investeren in enerzijds digitaliseren en anderzijds slimme, flexibele machines zoals de T7, kunnen we eigenlijk meer doen met minder. De voorbereiding gebeurt volledig offline en in 3D. Zo kan de machinetijd ten volle benut worden en kunnen we de fouten er al uit halen nog voor het stuk op de werkvloer komt. Voor onze klanten is het belangrijk dat we kort op de bal kunnen spelen. De toegankelijkheid van de T7 laat ook toe om snel nog een stuk erbij te leggen.” Vijfassig was voor Dubois dus zeker de weg die ze verder op wilden gaan. Door een hogere complexiteit aan te kunnen, kwamen er meer orders bij. “De machine is hier zowat al de standaard geworden, net door de voordelen die ze biedt op vlak van flexibiliteit en kwaliteit.”

Dat de tweede vijfasser dan ook weer een Hedelius zou worden, stond buiten kijf voor Atelier Verstrepen. Niet alleen de machine overtuigde maar ook de service van leverancier Promas. “Wisselstukken zijn de volgende dag al geleverd. Maar bovendien krijgt je altijd meteen iemand aan de lijn die je verder kan helpen, zelfs buiten de kantooruren”, vat Dubois samen. Het werd uiteindelijk de Tiltenta 9-3600 1R. “Een machine die een grote capaciteit combineert met een hoge nauwkeurigheid en dynamiek, wat je eerder van een kleiner formaat zou verwachten. We wilden exact dezelfde functionaliteiten, maar dan in een maatje meer. Zo zullen we in de toekomst meer volumineuze stukken dezelfde onberispelijke afwerking kunnen geven. Onze medewerkers kijken al enorm uit naar de komst van de nieuwe Tiltenta, die voorzien is in mei. Met spitstechnologie kunnen werken, schenkt hen ook de nodige voldoening in hun job.” De machine heeft een geïntegreerde NC tafel met een diameter van 900 mm en een swing­diameter van 1.250 mm. Ze kreeg ook al de nodige voorbereiding mee voor een eventuele zesde as. “Stukken worden niet alleen groter, maar tevens complexer. Met een zesde as zullen we wat dat betreft weer stappen kunnen zetten. Het geeft ons de mogelijkheid om na te denken hoe we complexe stukken makkelijker en dus efficiënter kunnen maken. Dit zal niet voor morgen zijn, maar we zijn er in elk geval klaar voor”, besluit Dubois.