Welke fouten vermijden bij lastoortsafzuiging?

Lastoortsafzuiging biedt vaak een economisch interessanter en efficiënter alternatief voor installaties die de lucht van de volledige productievloer afzuigen en filteren. Toch zijn er een aantal zaken om voor ogen te houden bij het gebruik van een lastoorts met geïntegreerde lasrookafzuiging.

Aan de wetten van de fysica valt niet te tornen: lasrook baant zich altijd een weg omhoog. Daarom moeten de openingen van de nozzle zich altijd precies boven het lasproces bevinden. Op die manier wordt de lasrook verwijderd van zodra ze zich vormt. De ideale hoek voor dit type lastoorts is ofwel 45° ofwel 60°. Dat staat niet alleen garant voor een betere afzuiging van de lasrook maar ook voor ergonomischer lassen.

De nozzle is het enige slijtdeel aan een toorts met lasrookafzuiging. Veel lassers twijfelen aan het gebruik van lastoortsen met lasrookafzuiging omwille van net dit onderdeel. Het kan in sommige gevallen immers het zicht op het lasproces beperken. Maar voor die toepassingen zijn er ook extractienozzles beschikbaar met specifieke afmetingen die het leven van de lasser weer een stuk eenvoudiger maken. Let er wel steeds op dat u een nozzle gebruikt die bedoeld is voor lasrookafzuiging.

Om optimaal af te zuigen, zal de lengte van de kabel altijd een rol spelen. Hoe langer de kabel, hoe lager de statische druk en hoe lager de afzuigcapaciteit. Bij een mobiel lasrookafzuigsysteem variëren de optimale statische drukken tussen 100 en 170 m³/u. Maar vaak wordt er een kabel geselecteerd die te lang is voor de lasrookafzuiging, zelfs wanneer de toepassing er niet specifiek om vraagt. Elke meter te veel en elke knik in de kabel heeft een impact op het afzuigresultaat. Hoewel er zeer veel goede afzuigunits bestaan om de gewenste performantie te realiseren, kan het goed zijn te kiezen voor een gesynchroniseerd systeem. Hou de volgende gulden regel voor ogen wat kabelassemblages betreft: zo kort mogelijk, maar zo lang als nodig.

De ideale positionering van de lastoorts is net boven het lasproces. De lastoorts zal bij het afzuigen echter niet alleen lasrook meenemen maar ook het product dat wordt gebruikt ter voorbehandeling van stukken om lasspatten tegen te gaan. Dat zal immers verdampen tijdens het lasproces en afgezogen worden. Al deze vuildeeltjes kunnen blijven vastzitten in de extractienozzle of zelfs in de kop van de lastoorts en de kabelassemblage. Deze partikels vormen als het ware een obstakel in de flow van de afzuiging en reduceren de vacuümdruk. Hoe meer contaminatie, hoe meer de prestaties van de lasrookafzuiging zullen afnemen. Een geregelde controle en reiniging van de extractienozzle, de nek van de lastoorts en de kabelassemblage zijn dan ook op hun plaats. Als de partikels er niet met persdruk uitgeblazen kunnen worden, dan kan men best de betreffende onderdelen vervangen.

Elk toestel voor lasrookafzuiging bevat een zogenaamde dustbox die verraadt hoeveel stofpartikels die tijdens het lassen zijn geproduceerd en afgezogen in de afzuigunit zijn binnengeraakt, gefilterd en verzameld. Deze lade moet vanzelfsprekend geregeld geledigd worden. De frequentie hangt af van de voorbehandeling van het te lassen materiaal, het materiaal zelf, de lastijd en de lasparameters. Wanneer de lastoorts met lasrookafzuiging vaak wordt gebruikt, kiest u het beste voor een afzuigunit die beschikt over een reinigbare filter, al dan niet automatisch. Maar zelfs reinigbare filters zullen een punt bereiken dat ze aan vervanging toe zijn. Er bestaan lasrookafzuigunits die aangeven wanneer de filter moet gereinigd of vervangen worden of wanneer de dustbox te legen.