Tag Archives: De Pen

De Pen | Ota Ungerman, Managing director MT Service

dsc_7753-kopieren
Lees het gehele artikel

Additief is de toekomst van metaalbewerking

Verspaning. Een proces dat tientallen jaren, spaan per spaan zich steeds verder perfectioneerde tot de hoogtechnologische, betrouwbare techniek die we vandaag kennen. Maar de hete adem van additieve technologie blaast in de nek van verspanende bewerkingen. Nog niet op het terrein, daar speelt de menselijke weerstand voor verandering zijn rol, maar dit zal duidelijk de weg van de toekomst zijn. Laten we er ons dan ook op voorbereiden.

3D-printers werden enkele EMO’s geleden met veel bombarie losgelaten op de markt. Maakbedrijven, in België maar ook elders in Europa zijn er vooralsnog niet tuk op. Ook in het portfolio van MT Service zijn ze nog niet terug te vinden. Problemen met de precisie en de hardheid van stukken zijn de technische oorzaken van de afwezigheid van additive manufacturing op de werkvloer. Verspaning zal de komende jaren de enige manier blijven om grote harde stukken te bewerken. Maar de menselijke factor is eigenlijk stukken bepalender in dit verhaal, want ook op andere domeinen breekt de 3D-printer niet door. We zijn met zijn allen bang om nieuwe technieken toe te passen. Het vertrouwen in de goede afloop ontbreekt bij ons allemaal, van ingenieurs tot operatoren.

Nochtans werpt AM zich op als de toekomst van materiaalbewerking. Al was het maar omdat het materiaal laagje per laagje wordt opgebouwd, waarbij er niks verloren gaat. Een groot verschil met verspaning waar soms kleine stukken tevoorschijn komen uit grote blokken materialen. Een dure manier van werken. Dit soort verspilling zal in de toekomst niet meer aanvaard worden. Als we de opwarming van de aarde een halt willen toeroepen zal dat niet alleen gebeuren door over te stappen naar elektrische wagens, maar vooral door geen kostbare grondstoffen verloren te laten gaan. Een circulaire agenda voor metalen zal een belangrijke impact hebben op klimaatverandering en emissies terugdringen. De staalsector is nu immers een van de belangrijkste vervuilers. Er zullen strenge regels volgen.

We zullen dus nieuw bloed nodig hebben aan het roer van bedrijven om deze transformatie te voltrekken. Vergelijk met twintig jaar geleden. CNC-machines zijn ook niet zonder slag of stoot de industrie binnen gesijpeld. Maar nu zijn ze onmisbaar in moderne bedrijfsvoering. Zijn alle verspanende machines dan ten dode opgeschreven? Zeker niet. Hoe geavanceerder de stukken zijn en hoe meer volume ze hebben, hoe langer de traditionele verspaning de best mogelijke productiemethode zal opleveren. Voor vliegwielen en turbines zal het de komende jaren nog de enige manier van werken blijven. En de concurrentie van additief zal goed zijn om ook in verspaning weer sprongen vooruit te zetten.

Maar de stroomversnelling voor additive manufacturing komt er. Zoveel is zeker. Kmo’s kunnen door hun flexibele structuren zelfs in het voordeel zijn. Dus zorg ervoor dat u mee in het bad getrokken wordt.

De Pen | Lieven Louagie, Senior sales manager Benelux bij Prima Power

lieven-louagie-kopieren
Lees het gehele artikel

Een maatje meer

Het aangezicht van de plaatbewerkingsindustrie is de voorbije jaren enorm veranderd. Het mocht allemaal een beetje groter en grootser. Wat vroeger uit de kluiten gewassen machines waren, is vandaag de standaard. Zowel letterlijk als figuurlijk. Machines moeten nu grotere platen voor de kiezen kunnen krijgen en ook automatisering is niet meer weg te denken uit onze sector. Stand-alone machines worden steeds zeldzamer, want ook voor kmo’s bestaan er nu betaalbare oplossingen om ’s nachts of in het weekend onbemand een extra shift te kunnen draaien. Een verregaande informatisering en digitalisering van maakbedrijven zal nu de volgende stap zijn.

Toen ik in ’99 in plaatbewerking terechtkwam regeerde het middenformaat. Machines van 1.250 x 2.500 mm waren de standaard. Nog maar twee decennia later hebben plaatformaten een serieus maatje meer gekregen. Het gros van de bestellingen hanteert 1.500 x 3.000 mm als bereik, maar de trend neemt nog altijd toe en waar de lat uiteindelijk gelegd zal worden is onduidelijk. Ik vermoed dat 2.000 x 6.000 mm zijn status als exoot zal ontgroeien. De drijvende kracht achter deze trend is de winst in efficiëntie. Je kan als het ware twee vliegen in één klap slaan want hoe groter de plaat, hoe efficiënter de nesting en hoe kleiner de stilstandtijden door plaatwissels. Maar ook de esthetiek speelt een rol. Eindklanten zien liever minder naden en voegen in hun producten.

Het plaatformaat is echter niet het enige dat gegroeid is. Ook het prijskaartje van een project is XXL vandaag. We zijn van een gemiddelde van 250.000 euro naar 650.000 à 700.000 gestegen. Automatisering is de kip met gouden eieren. Niet alleen door de hoge loonkost, maar vooral door de schaarste aan technische profielen op de arbeidsmarkt. Uiteraard zijn er nog steeds bedrijfsprocessen en producten die zich niet of moeilijk tot automatisering lenen. Maar je ziet toch dat stand-alone machines meer en meer een rariteit worden. Veel heeft er mee te maken dat de drempel lager ligt. Voor 100.000 euro kan je al een Compact Express platenmagazijn hebben.

De instap mag dan eenvoudiger worden, langs de andere kant schuiven de grenzen van het maakbare verder op. Het uitsorteren bijvoorbeeld loopt steeds minder tegen problemen aan. Automatisering zal dan misschien niet sneller zijn, de winst zit hem in de extra capaciteit en levenskwaliteit van een onbemande shift. Maar het containerbegrip bij uitstek voor de komende jaren is toch wel Industrie 4.0. Ik noem het liever Industrie Gezond Boerenverstand. Het gaat immers niet om fancy toeters en bellen. Je moet gewoon op een slimme manier naar je productie leren kijken. Al in 2002 hebben we voor een klant een project gerealiseerd waarbij zijn volledige productie automatisch van 3D-model naar product kon gaan, zonder papier, zonder programmeerwerk.

Wanneer we die programmeerstap kunnen overslaan, dan pas zullen de fabrieken van de toekomst uit de grond rijzen. Om te weten welke technologie de boventoon zal voeren in die slimme fabrieken, heb je een glazen bol nodig. Wat wel als een paal boven water staat is de opkomst van additive manufacturing. Dat zal toch een deel van de markt gaan veroveren. De directdiodelaser als bron in lasersnijmachines steekt zijn neus al aan het venster. Maar hij zal de fiber pas naar de kroon kunnen steken wanneer de bedrijfszekerheid en snijkwaliteit gegarandeerd is. Een machine moet nu eenmaal blijven draaien om winst te maken.

De Pen | Raymonda Verdyck

Column-De-Pen-2
Lees het gehele artikel

Bruggen bouwen

Onderwijs is lang een eiland geweest. Het was hét kenniscentrum voor jonge mensen. Met de komst van het internet en sociale media worden jongeren nu langs alle kanten gebombardeerd met informatie. Het ijltempo waaraan technologie evolueert maakt het dat de arbeidswereld waarin jongeren terechtkomen er op het einde van hun studies heel anders zal uitzien. Daarom zijn we jaren geleden al een nieuwe weg ingeslagen. Een van bruggen bouwen, van vaardigheden ontwikkelen en van talenten stimuleren.

Raymonda Verdyck, Afgevaardigd bestuurder van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

Digitalisering, block chain, Industrie 4.0, augmented reality … het regent de voorbije jaren nieuwe technologische ontwikkelingen. Leerlingen en leerkrachten het volledige spectrum te laten bevatten is schier onmogelijk. Onze taak als onderwijsinstelling verandert daarom. Kennisoverdracht zal weliswaar een cruciaal deel van onze missie blijven uitmaken, maar het zijn vooral de geesten van jongeren die we anders moeten gaan vormgeven. We moeten ze voorbereiden op een leven lang leren en de vaardigheden helpen ontwikkelen die daarvoor nodig zijn. En die zijn er zeker. In elk kind schuilt een onderzoeker. Het is kwestie van hen het juiste labo aan te bieden om dat talent te stimuleren.

Gelukkig blijft de industrie niet langs de zijlijn staan. Met initiatieven zoals STEM en duaal leren onderstrepen zowel het onderwijsveld als de bedrijfswereld de ambitie om bruggen te bouwen om een nieuwe generatie klaar te stomen voor de industrie. Als onderwijs hebben we maar beperkte middelen ter beschikking. De investering die bijvoorbeeld een CNC-machine vergt is te groot ten aanzien van het gebruik en de technologie verandert te snel. In de industrie zijn deze machines wel al present. Als wij onze leerlingen een goede basis kunnen meegeven, een voeling met de praktijk, een onderzoekende houding en probleemoplossend denken, dan zijn er voor beide partijen voordelen te rapen. Dit zijn eigenschappen die in elk beroep van belang zijn. Het is fijn om zien hoe de interesse en de wil hierrond groeit.

Als we die brug kunnen slaan, dan kunnen we elkaar als partner versterken en onze doelen dichterbij brengen. Want die lopen gelijk. Als we als maatschappij succesvol willen zijn, zal techniek een opwaardering moeten krijgen, niet in het minst in het onderwijs. Technische vakken zijn uitdagend, zijn niet alleen bestemd voor jongens en bereiden niet voor op een leven van, zoals vaak wordt gedacht, vuile handen. Die vooroordelen moeten we wegkrijgen. We moeten inzetten op een herwaardering en ook daar kunnen technologische ontwikkelingen soelaas brengen. Digitalisering zal het ook mogelijk maken om virtueel aan de slag te gaan met machines. Maar ook in het onderwijs zelf opent het deuren om meer samen te werken. Wanneer onze leerkrachten lesvoorbereidingen en andere expertise kunnen delen, kunnen we leren van elkaar. Want het is zaak om elke individueel talent te laten ontbolsteren, om de goesting voor levenslang leren te simuleren. De zaadjes ervoor zijn alvast geplant.