Plooien is een essentieel onderdeel van het maakproces. Een discipline waarin, in tegenstelling tot het lasersnijden, bijzonder veel vakmanschap kruipt. De meest complexe stukken vroegen om ervaren rotten die het plooien helemaal in de vingers hadden. Een ras dat stilaan uitgestorven raakt, maar de technologie schiet gelukkig te hulp. Er staan vandaag heel wat technologische snufjes ter beschikking die operatoren ondersteunen en de drempel van ook het complexere werk drastisch verlagen.

Alles begint uiteraard met de software, die veel van het programmeerwerk van de machine naar het kantoor verplaatst heeft. Vanuit de gegevens in de 2D- of 3D-tekening, kan moderne plooisoftware zelf aan de slag om de ontvouwing te realiseren. De gegevens worden vervolgens getoetst aan een intelligente database (waarover elke fabrikant intussen wel beschikt). Alles wat nodig is om de buigtoleranties (interne radii voor elk materiaal en gereedschap) te bepalen is bekend, zodat er een correct DXF-bestand wordt aangemaakt. 

Dat vormt de basis om vervolgens in enkele seconden automatisch het plooiprogramma te berekenen en naar de plooibank te sturen als het stuk zich daar aandient op de planning. De buigvolgorde, de positie van de achteraanslagen, het gereedschapsplan…: alles wordt aan het einde van deze digitale cyclus meteen ook aan een botsingsdetectie onderworpen, zodat u erop kunt vertrouwen dat het stuk effectief maakbaar is in de reële wereld. Het grote voordeel is dat de touchscreens aan de plooibank de operator dan door het volledige proces kunnen loodsen. 

Door de toepassing van moderne plooisoftware liggen ook de meest complexe werkstukken binnen handbereik van de operator, ongeacht zijn ervaring. Misschien is net in deze discipline van plaatbewerking een leven zonder krachtige software nog het minst denkbaar. 

Niet alleen het repetitieve karakter van plooien kan operatoren afschrikken, ook het sleuren met gereedschappen en werkstukken kan best belastend zijn. Automatische gereedschapswisselaars brengen, naast een lager risico op fouten en een tijdswinst bij gereedschapswissels, ook een serieuze verbetering van de ergonomie teweeg. Zeker wanneer er voornamelijk kleine series passeren op de plooibank, is dit de investering meer dan waard. Voor wie nog grote series te verwerken krijgt, kan het interessant zijn om te kijken naar een plooicel, waarin een robot al het plooiwerk voor zijn rekening neemt. 

Een tweede vooruitgang in ergonomie staat op het conto van zogenaamde buighulpen. Ze helpen zware en grote stukken ondersteunen en bewegen mee gedurende het volledige plooiproces, wat ook de kwaliteit ten goede komt. Omdat ze aanpasbaar zijn in hoogte, kunnen ze voor elke taak het werk lichter maken. 

De marges in de metaalsector staan de laatste jaren enorm onder druk. Zeker met het terugvallen van de seriegroottes moet men stukken in één keer juist kunnen afwerken. Een belangrijke hulp hierbij zijn de meetsystemen die de voorbije jaren hun intrede deden. Meestal wordt aan de hand van een laserstraal de grootte van de hoek gemonitord en gecorrigeerd wanneer nodig. En dit in real-time, zodat het stuk altijd in de gewenste plooi valt. Heel snel, heel nauwkeurig. Deze meetsystemen houden bovendien automatisch rekening met de dikte van het materiaal en het effect van de terugvering. 

In de digitale wereld komen fabrikanten ook met apps voor plaatbewerkingsmachines op de proppen. Snel even de drukkracht, buigtoleranties of de breedte van het gereedschap berekenen? Of de tekening van een werkstuk in detail onderzoeken? Dat kan snel via de app op de smartphone of de tablet. Moderne plaatbewerkingstechnologie binnen handbereik.