Het juiste gebruik van een doorslijpschijf heeft een enorme invloed op de levensduur van de schijf, warmte-inbreng in het materiaal en snelheid van werken. Lees er alles over in ons whitepaper.
In elke werkplaats ligt wel een haakse slijper met een doorslijpschijf. Even een stuk staal afslijpen of een buis doorslijpen, het gebeurt meerdere keren per dag. Misschien is de doorslijpschijf wel het meest gebruikte stukje gereedschap. Omdat de snijschijf zo vaak gebruikt wordt, is het van belang om aandacht te blijven geven aan het juiste gebruik hiervan. Vanuit het oogpunt van veilig werken is de aanwezigheid én de stand van de beschermkap belangrijk. Vaak wordt de beschermkap als een belemmering gezien, het ontneemt het juiste zicht op het werkstuk. Maar met de correcte stand van de beschermkap is deze accessoire juist een heel fijn hulpmiddel! Het voert de vonken die vrijkomen bij doorslijpen van de persoon af, wat juist veel meer rust geeft en veiliger is.
Naast het vermogen van de machine spelen nog meer factoren een rol als we letten op levensduur van een snijschijf.
Werk je met een duwende of trekkende beweging? Dat heeft namelijk weer invloed op de hitte die ingebracht wordt en daarmee op de verkleuring van het metaal. Het zogenoemde pendelen, heen en weer bewegen met de machine, is de beste manier om zo min mogelijk hitte in te brengen.
Voor dun plaatmateriaal met een dikte van minder 3 mm gebruik je bij voorkeur een 1 mm doorslijpschijf.
Voor dikker plaatmateriaal is het beter een 1,6 mm dikke doorslijpschijf te gebruiken. Bij doorslijpen klemt de schijf tussen het metaal om daar zijn werk te doen. Een dunne snijschijf bevat minder schuurkorrels dan een dikke schijf en zal daarom eerder verstoffen. Een dikkere slijpschijf bevat meer korrels op de zijkant, hij blijft dus snijden.
De houdbaarheid van schuur- en slijpmiddelen wordt voornamelijk bepaald door het vochtgehalte van de omgeving waarin ze worden opgeslagen en bewaard. Slijpmiddelen die na de fabricage zijn blootgesteld aan hoge vochtigheid, verliezen de oorspronkelijke standtijd. Bij juiste opslag blijft de standtijd echter jarenlang bij benadering constant.
Luchtvochtigheid speelt dus een grote rol bij de houdbaarheid van de schuurmiddelen. Maar ook de temperatuur is een belangrijke factor als het gaat om opslag, houdbaarheid en kwaliteit van uw slijpschijven.
Een optimaal opslagklimaat garandeert dat de schuurmiddelen tot de houdbaarheidsdatum zonder schade of teruglopende prestaties kunnen worden gebruikt.
Opslag en bewaren van uw slijpmiddelen
De ideale opslagtemperatuur van uw schuur- en slijpmiddelen ligt tussen de 18 en 22 graden, bij een relatieve luchtvochtigheid van 45 tot 65 %. Voor de ideale opslagomstandigheden zijn zowel de gebruiker als het distributiekanaal verantwoordelijk. De fabrikant heeft de verantwoordelijkheid om de slijpmiddelen zo te verpakken dat deze het minst kwetsbaar zijn voor luchtomstandigheden.
Bij goed geconditioneerde ruimtes volstaat deze verpakking. Werkt u op locatie of is de luchtvochtigheid in uw magazijn hoog dan is het raadzaam om de slijpmiddelen in een goed afsluitbare box te bewaren.
Invloed van vocht op het schuurmateriaal
Fiberschijven
Vooral fiberschijven zijn gevoelig voor kromtrekken. Daarom zijn deze schijven vaker verpakt in vochtwerende zakken. Als de verpakking van fiberschijven geopend is, kunt u de schijven vlak houden tot gebruik door ze in een speciale houder te bewaren.
Wanneer de luchtvochtigheid te hoog is, neemt de onderlaag van een fiberschijf vocht op. Als gevolg hiervan trekt de fiberschijf naar de korrel toe krom, dit gaat ten koste van de kwaliteit van het werk en de levensduur van de fiberschijf .
Wanneer de luchtvochtigheid te laag is, zal de onderlaag uitdrogen. Het schuurmiddel droogt uit, wordt broos en brokkelt af.
Afbraam- en doorslijpschijven
Ook de houdbaarheid van doorslijp- en afbraamschijven wordt voornamelijk bepaald door het vochtgehalte. Schijven die na de fabricage zijn blootgesteld aan hoge vochtigheid, verliezen niet alleen de oorspronkelijke standtijd maar kunnen ook een veiligheidsrisico worden wanneer ze direct worden blootgesteld aan water of waterdamp. De leeftijd van de producten speelt hierbij een minder belangrijke rol.
De juiste opslag is belangrijk voor het behoud, de garantie en de prestaties van onze schuur- en slijpmiddelen. En dus ook voor de veiligheid van de gebruiker.
Opbouw doorslijp- en afbraamschijfschijf:
Zowel de doorslijp- als de afbraamschijf vallen onder de zogenaamde kunsthars-gebonden producten. Dat wil zeggen dat de schijven zijn opgebouwd uit een combinatie van hars (bindmiddel), vulstoffen en slijpkorrels. Een glasvezelnet (4) zorgt voor extra versterking, stabiliteit en veiligheid.
Op de metalen ring in het midden (3) staat de houdbaarheidsdatum vermeld. Na deze datum mag u de schijf niet meer gebruiken. Dit heeft te maken met de binding van de slijpschijf. Het slijpmateriaal wordt namelijk door een bindmiddel bij elkaar gehouden. Na de houdbaarheidsdatum is het risico op uiteenspatten of afbrokkelen groter. Houd deze datum dus goed in de gaten! Hierboven vindt u meer informatie over opslag en houdbaarheid van doorslijp- en afbraamschijven.
Hardheid van een doorslijp- of afbraamschijf
Het te bewerken materiaal
De hardheid van een slijpschijf wordt bepaald door het gebruikte bindmiddel en door de toegevoegde vulstoffen. De bindingshardheid wordt aangegeven met een letter. De indeling gaat van A tot Z, waarbij een hardheid A staat voor een zeer zachte schijf en een Z-schijf voor een extreem harde schijf. Bij het bepalen van uw keuze voor een hardheid is het uitgangspunt het te bewerken materiaal.
In het algemeen geldt dat als u zachter materiaal moet bewerken, u een schijf gebruikt met een hardere binding. Een hardere schijf zal een langere standtijd hebben, maar is minder agressief dan een zachtere variant.
Bij een zachte binding zal de korrel eerder uitbreken waarbij een nieuwe korrel te voorschijn komt. Dit komt de agressiviteit van de schijf ten goede. Een te zachte binding zorgt er echter voor, dat de korrel voortijdig uitbreekt waardoor die niet opgebruikt wordt en de schijf dus te snel slijt.
Bij een harde binding breekt de korrel minder makkelijk uit. De korrel krijgt langer de tijd om te snijden, maar moet wel op tijd uit kunnen breken anders zullen deze verglazen waarmee het slijpvermogen volledig verdwijnt.
De bewerking
Naast de hardheid van het te bewerken materiaal is het soort bewerking ook bepalend voor uw keuze voor een bepaalde binding. Hoeken en bramen zijn scherp en trekken een korrel gemakkelijk uit hun binding. Daarom is het verstandig om voor deze toepassing een harde binding te kiezen. Dit komt de prestaties van de schijf ten goede. Voor vlak of fijner werk kiest u een zachtere binding om de korrel makkelijker uit te laten breken.
Type en korrel-aanduiding
Het type van de voorbeeld schijf hierboven bevat de aanduiding A 36 R. De A staat in dit voorbeeld voor de korrelsoort aluminiumoxide. Het getal 36 geeft de korrelgrootte aan. En de letter R heeft betrekking op de hardheid van de binding, die in dit geval behoorlijk hard is.
Korrelsoorten kunnen zijn:
Aluminiumoxide, harde taaie korrel
Siliciumcarbide korrel, zeer hard, maar minder taai
Zirkonium korrel. hard en zeer taai
Keramische korrel, meest scherp en sterk, hard en zeer taai
De schuurkorrels die tegenwoordig gebruikt worden zijn allemaal synthetisch, natuurlijk mineralen worden niet meer gebruikt als schuurkorrel.
De belangrijkste voorwaarde uiteraard is dat de kosten van het slijpen lager liggen dan die van het nieuwe gereedschap. Een economische en tegelijk ecologische keuze, want grondstoffen gaan op deze manier langer mee. Vooral HSS en VHM boren en frezen krijgen zo een behandeling, maar ze is niet zonder risico. Kennis van zaken is aangewezen om weer tot de juiste specificaties te komen.
Tekst: Valérie Couplez Beeld: iStock
Verspanende bewerkingen stellen zware eisen aan het gereedschap. Na verloop van tijd zal vrijloopvlakslijtage zich dan ook laten zien op uw gereedschappen. De grens wordt doorgaans gelegd op 0,1 tot 0,15 mm vooraleer ze beter uit de machine gehaald moeten worden. Maar u kan het ook merken in de machineparameters (hoger benodigd vermogen aan de spil) en zelfs op uw werkstukken. Als u daar bramen opmerkt of afwijkingen op de gewenste toleranties en oppervlaktekwaliteit, dan is uw gereedschap aan vervanging of slijpen toe. Wie kiest voor slijpen, kiest doorgaans voor een lagere gereedschapskost. Het tweede voordeel is de snellere beschikbaarheid, waardoor u zelf minder gereedschappen op stock moet leggen om de continuïteit in uw productie te vrijwaren.
Aandachtspunten bij slijpen
Het is echter niet allemaal rozengeur en maneschijn. Niet elk gereedschap kan weer zijn originele snijkarakteristieken terugkrijgen. De slijtage kan al te ver zitten of de warmteontwikkeling heeft de structuur van het gereedschap permanent aangetast. In dat geval kiest u beter voor een nieuw gereedschap. Zonder de correcte geometrie zal uw gereedschap immers niet naar behoren presteren, wat zeer nadelige gevolgen heeft voor de standtijd maar vooral voor de maatnauwkeurigheid van het gereedschap. De impact laat zich ook voelen aan de machine. Een andere snijgeometrie vraagt om aangepaste parameters. Hou er rekening mee dat gecoat gereedschap na het slijpen een nieuwe coatinglaag kan nodig hebben. En dat kan dan weer de kostprijs de hoogte in stuwen.
Kies voor specialisten
Maar wanneer is het nu interessant om slijpen te overwegen? Allereerst is extern slijpen vaak de beste optie. Het vraagt immers om gespecialiseerde machines en kennis van zaken om de originele geometrie te evenaren. Belangrijk om weten, de slijperijen van vandaag, zijn niet meer de slijperijen van gisteren. Er is heel hard geïnvesteerd de voorbije jaren om het slijpen verder te professionaliseren. Het resultaat? De kostprijs en de productietijd per stuk zijn gedaald en slijperijen hebben zichzelf bovendien heel wat extra mogelijkheden gegeven om steeds meer en steeds complexere gereedschappen te slijpen. Slijperijen kunnen de toleranties voorgeschreven door de fabrikant perfect evenaren en via meetrapporten zelfs attesteren dat ze dezelfde kwaliteit en standtijd zullen hebben. Misschien kan het interessant zijn om slijpen opnieuw te overwegen?
Het vraagt om gespecialiseerde machines en kennis van zaken om de originele geometrie te evenaren.
Slijpen of vervangen?
Of die slijpkost nu uiteindelijk opweegt tegen de kost van een nieuw gereedschap moet niet puur een prijskwestie zijn maar ook rekening houden met het verspaand volume. Dat A-merken beter in de markt liggen voor slijpen hoeft dan ook niet te verwonderen. Over het algemeen zijn het de meer traditionele gereedschappen die zich het meest rendabel laten slijpen. Maar de toepassing waarin het gereedschap moet presteren, zal bepalen of het interessant is of niet. Ten slotte zal de seriegrootte een rol spelen. Hoe meer gereedschappen u in een keer laat slijpen, hoe minder de insteltijden zullen doorwegen in de kost per gereedschap.