Hybride afzuigoplossingen houden het lasatelier veilig

Waar rook is, is vuur, luidt het spreekwoord. Bij lassen is het net andersom. De rook die ontstaat uit de lasprocessen moet daarom zo goed mogelijk verwijderd worden. De experts in industriële luchtfiltering van Nederman ondersteunen klanten al bijna tachtig jaar met advies en technologie om dat waar te maken. Vandaag kiezen ateliers steeds vaker voor een hybride benadering, waar toortsafzuiging gecombineerd wordt met ruimtelijke afzuiging, voor een gezond binnenklimaat voor lassers in het bijzonder, maar ook voor iedereen die elders in het atelier aan het werk is. 

In ateliers waar staal en aluminium verwerkt worden is lasrook een belangrijke problematiek. “Zonder afzuiging zal er een zogenaamd lasdeken ontstaan, ongeveer 5 meter boven de lasplaats. Die bestaat uit bijzonder fijne partikels, nog ettelijke malen kleiner dan wat je binnenkrijgt van sigarettenrook, die zich verspreiden over de ruimte. Ze komen via de longblaasjes rechtstreeks in de bloedbaan terecht, wat een gevaar betekent voor de gezondheid. Het blijven uiteindelijk zware metalen”, vat Nederman consulting engineer Rik Amand de gevaren samen. 

Nederman hanteert de Nederlandse grens van 1 mg om oplossingen voor zijn klanten uit te werken. “De Belgische (5 mg) is achterhaald. We zien overal veiligheid en een veilige werkomgeving nadrukkelijker op het voorplan komen. Ook de jonge generatie lassers hecht veel belang aan veilig en gezond kunnen werken. Daar helpen we dan ook graag bij.” 

Nederman hanteert daarvoor een hybride aanpak om tot efficiëntie en werkbaarheid te komen. “De klassieke aanpak met flexibele afzuigarmen blijkt voor heel wat toepassingen niet voldoende. De arm mag zich op maximaal 40 cm van het lasbad bevinden voor een goed afzuigresultaat. Van zodra ze die armen meer dan drie keer moeten verplaatsen om dat te bereiken, haken veel lassers af.” 

Daarom werd in het verleden vaak gegrepen naar ruimtelijke afzuiging. Het grote voordeel is dat je niet alleen de lasser veilig houdt, maar ook iedereen die rondom hem aan het werk is. Maar wanneer het om zwaardere lasprocessen gaat, zien we dat ruimtelijke afzuiging vaak niet volstaat. Of bedrijven moeten in steeds meer luchtafzuigingstorens gaan investeren om de gewenste waarden te halen. Het voorbije anderhalf jaar is er een nieuwe tendens merkbaar. “Bedrijven opteren steeds vaker voor toortsafzuiging. Daarmee kan er 70 tot 90% van de lasrook al bij de bron worden afgezogen, waardoor er ook maar een minimale hoeveelheid lasrook nog het atelier in gaat. Een oplossing die nochtans al van in de jaren 80 bestaat, maar de toestellen worden steeds lichter, ergonomischer en flexibeler en dus werkbaarder.”

Amand benadrukt dat geen van de oplossingen op zich zaligmakend is. “Voor kleiner laswerk zijn flexibele armen bijvoorbeeld nog steeds een uitstekende oplossing. In de grote productieateliers zal de combinatie van toortsafzuiging en ruimtelijke afzuiging de beste resultaten geven. Maar niet elke lasser zal willen lassen met een laspistool met toortsafzuiging. En je zal misschien iets meer gas nodig hebben om de las goed beschermd te houden. Het is dus telkens een zo goed mogelijke afweging maken in functie van de beschikbare middelen en mensen.” 

Nederman stelt daarvoor al zijn expertise ter beschikking. Om de nodige berekeningen te maken, maar ook om volledige afzuigoplossingen uit te werken voor zijn klanten, die voorzien zijn van alle nodige certificeringen. “Lucht kan zich op een zeer onvoorspelbare manier gedragen. Net daarom is die combinatie van lastechnische kennis en ervaring met afzuiging en filtering van doorslaggevend belang. We kijken daarbij ook steeds naar het energetische plaatje, om met zo weinig mogelijk energie zoveel mogelijk bescherming te bieden.”